Maar hoofdredacteuren komen in soorten.
Je hebt hoofdredacteuren die op zeker moment behoefte hebben aan politieke bijstelling, maar dat kan hier onmogelijk aan de orde zijn geweest – temeer daar Joep er niet voor in aanmerking komt. Zijn tekeningen leggen grafisch briljant de vinger op de zere plek of vormen een geestige samenballing van ongerijmdheden en zijn in die zin eerder cartoonesk dan politiek geladen. Ze laten eerder zien hoe het is, dan hoe het zou moeten zijn.
Dan heb je hoofdredacteuren die dringend geld moeten vinden op hun begroting, en dat hakwerk verpakken als een visionaire beleidsdaad. Ik verwees er al even naar: ook dat kan hier onmogelijk aan de orde zijn geweest. Als er 250 abonnee’s afhaken is die winst geheel verdampt.
En dan is er ten slotte een categorie hoofdredacteuren die – en nu wordt het zaak om zo zorgvuldig mogelijk te formuleren – hoofdredacteuren die een verfrissings-agenda voeren, vanuit de vrij gangbare gedachte dat het deugt als het hip is.
Ik heb daar zelf enige ervaring mee, en ik kan u zeggen: het moment dat je ineens als old skool wordt aangemerkt – je ziet het niet aankomen. Het is natuurlijk ook niet waar, zoals de gretigheid van De Groene Amsterdammer in dit geval terecht laat zien, maar over een exclusieve aanspraak op de juiste smaak valt nou eenmaal niet te twisten – een geheven hoofd is het enige juiste antwoord.
Algemeen gegniffel, zelfs geschater was de reactie van de (propvolle) zaal. Oude vrienden, oude collega's kwamen Joep steunen en meer dan dat: hun bewondering uitspreken. Mede-cartoonisten als