Follow me on Twitter

dinsdag 18 december 2007

Bieb 2


Het is de hoogste tijd om te gaan slapen - lokale tijd Vancouver: 1.22... - maar de indrukken zijn nog vers en anders vergeet ik ze. Na 2 1/2 jaar een nieuw bezoek aan de Vancouver Public Library. Ik wist hem zowaar nog zonder al te veel moeite te vinden. Het gebouw (1995) was destijds nogal controversieel, schrijft de Lonely Planet. Hm. Valt nogal mee, zou ik zeggen, zeker 12 jaar later.
Destijds was ik er dol enthousiast over - niet alleen over het gebouw, de indeling, maar ook over de collectie, de gebruiksvriendelijkheid, de uitgebreide informatie die je op alle etages krijgt. Ik was heel benieuwd hoe ik er nu tegenover zou staan, temeer daar deze Central Branch van de VPL als model schijnt te zijn beschouwd voor de Centrale OBA in Amsterdam.
Inmiddels is in Amsterdam de nieuwe OBA op 't Oosterdokseiland al een half jaar in werking - en behalve dat sommige stoelen al scheurtjes vertonen, en dat er over het functioneren van die bieb wel 't een en ander te zeggen is, vind ik ook dat een prachtig gebouw.
Maar de VPL wint 't ruimschoots. De voornaamste reden: overal zijn boeken, je ziet ze zodra je binnenkomt, op elke etage staan ze voor het grijpen. Overal displays met de laatste boeken, die je kunt doorbladeren, lezen, zelfs lenen. Brochuretjes met lijstjes boeken over - ik noem maar wat: New York, Venetie, de geschiedenis van Canada. Een uitstallinkje met boeken van en over Norman Mailer. Een muur met foto's van dit jaar overleden schrijvers (en journalisten), onder wie Hrant Dink en David Halberstamm. Alle informatieboxen op alle etages (pal tegenover de roltrap, kan niet missen) zijn permanent bevrouwd/bemand. En het is mijn ervaring dat ze efficient, grondig en vriendelijk helpen (en ze hebben geen apenpakjes aan...).
Overal ook computers: sommige alleen met de catalogus, andere met toegang tot internet. Gratis, maar beperkt tot 1 uur - al kun je dat zonder probleem verlengen (enige minpunt: op de begane grond staan die computers op hoge desks en er zijn geen stoelen bij... op de hogere etages, ontdekte ik later, kun je trouwens wel zitten).
De bovenste etage is geheel gereserveerd voor kranten: 200 kranten, uit een vijftigtal landen. Papier. Natuurlijk kun je de meeste op internet raadplegen, maar hier liggen ze keurig geprint vanuit pdf-format - en tamelijk up to date, in elk geval, op deze maandag, tot en met het afgelopen weekend. Wat een werk moet dat zijn... Een enorme hoeveelheid magazines heeft de bieb verder, op allerlei gebied. Allicht zijn er ook dvds en cds - op de arts etage, daar waar ze logischerwijs horen.
De main floor is bestemd voor de meest gangbare boeken: fictie, recent aangekocht, van John Grisham tot een nieuwe uitgave van Lord Byron. En alle mogelijke bladen: opiniebladen, publieksbladen, you name it. Met, ook op die zelfde begane grond, een enorme Oosterse afdeling, met publicaties in 't Mandarijn en Cantonees, maar ook in 't Vietnamees en 't Thais, bijvoorbeeld. Vancouver is niet voor niets de grootste Aziatische stad buiten Azie...
Kortom, ik verliet de VPL moe, maar gelukkig. Met recht een voorbeeld voor "onze" bieb - die toch nog eens terug zou moeten naar Vancouver. Daar ben ik nu op drie verschillende tijden en dagen geweest. En het was er altijd druk. Zo hoort het.

maandag 17 december 2007

Macht



Tja, terwijl mijn collega’s zwoegen, ben ik aan ’t flierefluiten in wat we wel De Nieuwe Wereld noemden. En wat nu soms iets heeft van vergane glorie. De trein (De Trein: er gaat er 1 per dag) van Vancouver naar Seattle is superdeluxe - maar het is wel een luxe van dertig jaar geleden. Het is de wet van de remmende voorsprong: dingen beginnen in duigen te vallen.
Maar de media mogen er wezen: elk gehucht heeft z’n plaatselijke krant, die trots in z’n eigen bak op het stationnetje prijkt. Kom je de trein uit, valt je oog meteen op The Bellingham Post of The Mount Vernon Argus. De berichten reiken vaak niet verder dan de county waarin de krant wordt verspreid, maar ze worden gebracht met een professionaliteit die bewondering afdwingt. Zoals trouwens ook de liftgirl in de Space Needle van Seattle met alle ernst van de wereld roept: 'Hi, my name is Heather and I'll be your elevator operator during the next 82 (sic) seconds...' Dan volgt de snelheid waarmee we opstijgen, het aantal feet dat we per seconde afleggen en ze eindigt met: 'Hebt u nog vragen?' Even professioneel is de local tv: al gaat het om een onnozele aanrijding op Freeway zus-en-zo, het wordt gebracht met alle ins en outs, en met een seriousness die soms iets komisch heeft, maar toch ook respect afdwingt. Wie 't kleine niet eert...

Voorpaginanieuws in de landelijke media, althans in Canada, was vorige week de val van een press baron. Lord Conrad Black, Canadees van geboorte, begon zijn loopbaan als journalist bij een plaatselijke krant en eindigde als baas van een internationaal persimperium (Hollinger), met de Britse dagbladen The Daily Telegraph en The Sunday Telegraph en het Amerikaanse Chicago Sun Times als kroonjuwelen. In 2003 werd Black er door zijn eigen aandeelhouders uitgegooid: hij zou 32 miljoen US-dollar achterover hebben gedrukt. Op 11 december j.l. werd Black in Chicago veroordeeld tot 6 ½ jaar gevangenisstraf wegens fraude en ’t tegenwerken van justitie. Een nog grotere straf was misschien dat de officier van justitie verklaarde nooit van Conrad Black te hebben gehoord voordat hij deze zaak kreeg toegewezen. Hij begreep dan ook niets van alle media-aandacht... Vergane glorie indeed.
Naar Nederlandse verhoudingen vertaald: het is toch alsof ex-PCM-topman Theo Bouwman persoonlijk verantwoordelijk werd gesteld voor het wegsluizen van de miljoenen die het Britse Apax uit PCM haalde. Of, beter misschien nog, alsof John de Mol in de bak belandde na zijn eigen bedrijf te zijn uitgetrapt.
Maar in Nederland zou zowel de macht als de val van een Lord Black ondenkbaar zijn. In ‘onze’ media gaat het meestal om gedeelde dan wel om symbolische macht. En een journalist kan hier bekend worden, maar machtig? Een imperium opbouwen? Kom nou... Doe maar gewoon...
Hier - vooral aan de Amerikaanse kant van de grens - is alles 't grootste, 't duurste, het nieuwste, het enige... Liefst het grootste van de wereld, maar als dat niet kan, doen we 't met minder. Iemand vroeg de liftgirl in Seattle Space Needle iets over de relatieve hoogte van het gebouw. Antwoord: 'It is the highest West of the Mississippi'... Tja...

woensdag 14 november 2007

Baardmannen


AD.nl - Binnenland - Spion op elke nieuwsredactie

In Frankrijk luidt de bijnaam van spionnen 'barbouzes' oftewel baardmannen (die op de foto hiernaast is al met pensioen...). Gedurende de vele jaren dat ik in Parijs woonde (waarvan grotendeels als correspondent) heb ik af en toe - net als mijn collega's - wel eens aanvallen gehad van spionitis. Dan zag ik bij wijze van spreken overal kleine baardmannetjes rondlopen; ik hoorde ze vooral in de telefoon (e-mail bestond nog niet...).

Soms was dat terecht. Als correspondent moest je nu en dan een bezoek afleggen aan wat toen de Renseignements Généraux (RG, Algemene Inlichtingen) heette. Veiligheidsdiensten bestaan er in Frankrijk in soorten en maten, ze beconcurreren elkaar en ze veranderen voortdurend van naam.
Ik herinner me één zo'n bezoek, aan een zekere monsieur Martini. Als echte Corsicaan sprak hij de laatste i van zijn naam niet uit, die klonk dus als Martine. Er was een probleem met de verwarming - ik herinner me niet meer of dat het gevolg was van een staking, of dat de baardmannen hun zaakjes zelf niet op orde hadden. Hoe dan ook, het was ijskoud in het bureau van Monsieur Martine, hetgeen hij niet naliet op te merken. Op een bepaald moment vond ik dat hij het wel érg vaak over de heersende kou had... en toen kwam de aap uit de mouw, of liever de whiskyfles uit de kast. Ik heb zijn aanbod vriendelijk doch beslist afgewezen en vond het tijd te vertrekken. Hij opgelucht: kon hij tenminste drinken zoveel hij wilde.

Later werd er thuis aan de deur gebeld. Er stond een verlegen jongeman op het portaal die zichzelf bekend maakte als 'Agent 812 van de Renseignements Généraux'. O, zei ik, maar daar ben ik pas geweest, bij Monsieur Martine. Maar komt u binnen. Nou, zei hij, dat was niet de bedoeling, maar hij zou het op prijs stellen als ik me op het bureau zou willen melden. Want hij was niet van de Renseignements Généraux van de staat, maar van die van de Préfecture de Paris. En die moesten toch ook weten wat voor vlees ze in de kuip hadden bij die buitenlandse correspondenten. Nietwaar? Ongetwijfeld, zei ik, maar wilt u echt geen kopje thee. Nee, dat mocht niet van zijn baas. En weg was de jongeman.

Verbijsterd over zoveel onbenul heb ik de Préfecture maar eens gebeld. Het klopte. Ik had inderdaad zojuist Agent 812 in ogenschouw mogen nemen. Waarom belt u niet gewoon om een afspraak te maken? vroeg ik zijn baas. Tja, daar hadden ze nog niet aan gedacht...

Waarschijnlijk stond (en sta) je als correspondent voor een (zelfs grote) Nederlandse krant heel laag op de ladder. Daar stuurden ze de beginnelingen op af. Heel wat professioneler verliep de spionage bij in onderzoeksjournalistiek gespecialiseerde bladen als Le Canard Enchaîné. Ofschoon, professioneel... De baardmannen kwamen er vermomd als loodgieters, sleutelmakers en tegenwoordig waarschijnlijk computerspecialisten... Maar telkens (althans heel vaak) werden ze ontmaskerd. Bij Le Monde ging het simpeler: met name Mitterrand (maar voor hem ongetwijfeld alle andere presidenten) liet gewoon de telefoon afluisteren van journalisten die hem het vuur aan de schenen legden. Echter, ook dat werd weer ontdekt.

Aan één kant is het om te huilen, dat dit soort praktijken voorkomen in 'ons soort' landen. Aan de andere kant maken de inlichtingendiensten zich er keer op keer onsterfelijk belachelijk mee. Hierbij geef ik ze een gratis advies: in plaats van journalisten af te luisteren, lees wat ze schrijven! Bekijk hun programma's! Daar leer je veel en veel meer van...

zaterdag 3 november 2007

Identiteiten


'Sinds ik in 1976 Libanon verliet om me in Frankrijk te vestigen, is me ik-weet-niet-hoe-vaak gevraagd, met de beste bedoelingen van de wereld, of ik me "vooral Frans" of "vooral Libanees" voel. Mijn antwoord luidt onveranderlijk: "Allebei!" Niet uit een behoefte aan evenwicht of rechtvaardigheid, maar omdat ik zou liegen als ik iets anders zou antwoorden. Wat maakt dat ik mezelf ben en niet een ander, is juist het feit dat ik op de rand van twee landen, twee of drie talen en verscheidene culturele tradities sta. Dat is precies wat mijn identiteit bepaalt. Zou ik authentieker zijn als ik een deel van mezelf afhakte?'

Zo begint 'Les identités meurtrières' (1998) van Amin Maalouf, een boek dat me al uit het hart gegrepen was toen ik het voor het eerst las, en waar ik dezer dagen - door alle discussies over de al dan niet bestaande, al dan niet multipele, Nederlandse identiteit(en) - vaak aan moet denken.

Maalouf geeft diverse voorbeelden, te beginnen met zichzelf: Libanees, dus verwant met de Arabische wereld, maar Christen - en zelfs katholiek - en opgeleid op Franstalige scholen (het protestante deel van zijn familie werd Engelstalig...), vertrouwd met Dumas en Dickens, die hij overigens voor het eerst last in Arabische vertalingen...

Ik zou mijn eigen voorbeeld eraan toe kunnen voegen: geboren, opgegroeid en later weer ouder geworden in Nederland, maar met bijna een kwarteeuw Frankrijk ertussen. Dáár heb ik gestudeerd, dáár was ik op een leeftijd waarop je vrienden maakt voor altijd, dáár heb ik de helft van mijn volwassen leven doorgebracht. 'Ben je meer Nederlands of ben je meer Frans?' is ook mij talloze keren gevraagd. Wel, allebei! En niet half-half, maar door elkaar heen. Als ik in Parijs aankom, kom ik thuis - maar hetzelfde gevoel heb ik in Amsterdam. Ik heb een deels calvinistische, deels 'rooie' opvoeding gehad (en mijn opa was een fellow traveler van de CPN), maar ik heb jaren en jaren gewoond in een katholiek land en ben vertrouwder met de katholieke feestdagen dan vele (ex) roomsen hier. Behalve met Frankrijk heb ik van kindsaf aan sterke (familie) banden met Canada. Ik ben er vaak geweest en ook die achtergrond bepaalt voor een deel wie ik ben. Het is een land waar ik me op m'n gemak voel, waar ik zou kunnen wonen - hetgeen niet verhindert dat ik, als ik over de 13 km lange Confederation Bridge tussen New Brunswick en Prince Edward Island rijd, opzwel van trots: 'Jongens! Hebben WIJ gebouwd! Hey! Hebben die kaaskoppen toch maar mooi voor elkaar gekregen!' zou ik dan willen roepen en 't liefst met de Nederlandse vlag gaan zwaaien. Alsof ik eigenhandig, steentje voor steentje, die brug daar heb neergezet.

Zo zou ik nog een tijd kunnen doorgaan. Je identiteit is als een mozaïek, waarin tal van verschillend gekleurde stukjes samen één geheel vormen. En waarin soms het ene deel(tje), soms het andere meer zichtbaar is, naar gelang de lichtval, de tijd van de dag, het humeur van de toeschouwer...

Een jaar of wat geleden interviewde ik de Britse schrijfster Marina Warner. Ze had toen net een roman gepubliceerd over... haar Italiaanse familie van moederszijde. Haar vaders familie had bovendien banden met de Caraïben - en zelf had ze een groot deel van haar jeugd doorgebracht in België. Warner vertelde me dat die samengestelde identiteit wel eens lastig was - want, vragen anderen, die zelf maar één dimensie van hun identiteit waarnemen, 'waar hoor je nu eigenlijk bij?'- maar tegelijkertijd heel nuttig was voor haar schrijverschap, omdat ze zowel van binnenuit als met meer afstand naar de dingen kon kijken.

Ook Maalouf beschouwt zijn meervoudige identiteit als een verrijking - sterker, hij wantrouwt degenen die willen dat mensen hun 'identiteit uitdragen' of iets dergelijks. In feite, waarschuwt hij, gaat het dan om slechts een deel van die identiteit, meestal de nationaliteit of de religie. Alsof die aspecten fundamenteler zouden zijn dan alle andere.

Het is wat we terugvinden in het huidige debat. En omdat ik zelf die eenduidigheid nooit heb gevoeld, verbaast mij eigenlijk bij sommige van mijn landgenoten (in brede zin) de felheid en vanzelfsprekendheid waarmee dat éne deeltje van de identiteit wordt opgeëist en tot 'enig ware' wordt verheven. Ook wie niet met één voet in een ander land staat, bestaat niet uit één stuk! En wie wel met beide voeten ergens anders staat - om welke reden dan ook - moet niet voor het blok gezet worden met de opdracht te 'kiezen'. Alsof het überhaupt mogelijk zou zijn een stukje van jezelf af te snijden. Wie denkt dat er maar één Nederlandse identiteit bestaat, is gek.

Mensen, lees Maalouf! In 2005 bracht De Geus een Nederlandse vertaling uit, onder de titel 'De moordende identiteiten'. Curieus genoeg lijkt er op Belgische sites vaker naar verwezen te worden dan op Nederlandse. Of misschien is het toch ook weer niet zo gek. Ik heb de indruk dat het boek alleen nog antiquarisch verkrijgbaar is, het staat niet meer op de site van De Geus. Maar dat moet toch zo herdrukt kunnen worden? De Geus, aan het werk! Het is nu, of nooit...

zondag 8 juli 2007

Bieb



Na het vertrek van Laurentien begint het feest voor de echte mensen.

Rode ballonnen en wapperende baniers wijzen de weg, meisjes in OBA-uniformpjes delen plattegrondjes en programma’s uit als waren het snoepjes. Multiculti is het feest ook: het zwart van een hoofddoek gaat naadloos over in het zwart van het uniform. Aziz mag tevreden zijn: élégance kan zijn ontwerp niet worden ontzegd. Toch is niet elke bibliothecaris gelukkig bij de gedachte voortaan als een steward(ess) in haar/zijn bieb rond te lopen. Tranen zijn er al vergoten, hoorden we. Minstens één vrouw kreeg toestemming haar eigen kleren weer aan te trekken. En als één schaap over de dam is...

Maar op 7-7-7 overheerst de vreugde. Bij de ingang al zorgt een clownesk, jazzy trio voor een swingende ontvangst. Vol vuur blazen en tokkelen ze een wereldbreed repertoire de ruimte in. Maar de etages lokken. Licht, lucht en ruimte alom. Rooms with many views: Nemo, Binnen-IJ, Centraal Station, torens: van de St Niklaaskerk via Schreierstoren en Montelbaan tot de Rembrandt.

Fauteuils, kussens, ‘kamertjes’ nodigen uit tot loungen. ‘Sommige mensen snappen niet hoe deze bibliotheek werkt’, zegt een jongetje op niveau 1, waar een meneer een cd van Guy Béart zoekt – en zowaar vindt. Het jongetje legt uit: ‘Mijn mama heeft deze verdieping ontwerpt. En eigenlijk heeft ze wel het hele gebouw... gedaan.’ De trots straalt van hem af, hij wil het iedereen vertellen, al moet hij eigenlijk erg nodig plassen. En er staat een rij, want er is pas één wc klaar, op deze drukke openingsdag. Een minpunt. Maar elk nadeel hep z’n voordeel: zo kan het zoontje-van wél vaak z’n verhaal kwijt.

Op, op, omhoog gaan we weer. Overal is wel wat te doen: exposities, AT-5, panels... Maar wat wij zoeken is Open Podium. Poëzie! De ‘odes aan het ODE*’ – want zo luidde de opdracht – trekken publiek én dichters aan. Hier, onder de levensgrote 3 die de etage aangeeft, geen tv- of radio-opnamen, geen bé-enners – hoogstens bé-a’ers – maar toch vullen de naar ik schat zo’n honderd stoelen zich snel. Amsterdams Levend Kunstwerk Fabiola, in feestkledij (‘Ik moet ook nog naar het Westerpark!’), is de vedette van de dag. Maar ook Jack Terrible, die zich op zijn website (‘I have written four national anthems and a few poems’) presenteert als ‘painter – performer – poet – singer – songwriter – musican’, is – althans voor de getrouwen van Open Podium – een lokale beroemdheid.

Anke Labrie bijt het spits af. Ze voert ons mee door haar bieb-belevenissen, te beginnen met Arendsoog en meer van dit soort jeugd-ontdekkingen, waardoor ze ‘Jezus kon [...] laten schieten’. Presentator-duizendpoot Jos van Hest (van o.a. de School der Poëzie) laat deze vondst niet onopgemerkt, zoals hij in ieder voorgelezen gedicht iets opmerkelijks weet te vinden, een bijzondere ervaring, een vraag die onbeantwoord is gebleven, een woordspel, een rijm, een klank, een vorm, een bieb-bieb-bieb-bieb... Hij bewondert of verwondert zich, stelt vragen, over het hoe, wanneer, waarom ook wel. En soms laat hij iemand een strofe herlezen – om ons dubbel te laten genieten.

Wanneer Jeanne Wesselius haar ‘Narrenoptocht’ presenteert, begint de concurrentie van de jazzband die elders speelt, ernstige vormen aan te nemen. Er valt niet aan te ontkomen in deze open ruimte, alle inspanningen van gastvrouw Riet Lamers ten spijt... Dan maar een dansje! Zo maken Jos en Jeanne van de nood een deugd. Maar een dichter laat zich niet de mond snoeren, zelfs niet door een jazzband. En daar gaan de narren weer, de boeken, in soorten en maten, ‘op weg naar het eiland.’

Gedichten en dichters volgden elkaar op. Een mengeling van rijp en groen, met veel gedichten toch die ontroeren, amuseren, aan ’t denken zetten, kortom raken. Voor wel heel bijzondere performances zorgden twee vrouwen met (Joego?)Slavische namen – die ik helaas niet heb onthouden. De één liet haar voordracht voorafgaan en volgen door het indrukwekkende spel van een trompettist met een Griekse naam.

De ander (haar voornaam is Branca) gaf zelf, voordat ze haar gedicht voorlas, een swingend geïmproviseerde song ten beste; haar rauwe, rokerige, jazzy geluid overstemde zelfs dat van de – in deze context hinderlijke jazzband. Beider gedichten waren één brok emotie, vol metaforen, vol sound and fury – maar allesbehalve told by an idiot.

Fabiola sloot de rij met een gedicht over - hoe kan het anders - Cinderella. Ter plekke gecomponeerd. Het was een prachtmiddag.

*Oosterdokseiland, waar de nieuwe centrale bibliotheek van Amsterdam is gevestigd

donderdag 5 juli 2007

Alan Johnston vrij!



Ik werd er vanochtend mee wakker - zoals zo vaak. De BBC World Service begint te toeteren, ik pit nog half door, tot iets me echt wakker schudt: in dit geval het bericht dat Alan Johnston eindelijk vrij is, na 114 dagen gevangenschap - en de constante onzekerheid over zijn lot.
Wat een opluchting. Heb me de hele dag niet los kunnen maken van de BBC: Alans ouders - Graham en Margaret, enfin Graham vooral, zij kreeg de kans niet om iets te zeggen - en zijn collega's - die trouwens dagelijks een boodschap de wereld inzonden - allemaal waren ze dolgelukkig, opgelucht.

Er zullen nog veel kanten aan blijken te zitten. Het exacte hoe en waarom van de ontvoering. Hoe Hamas er uiteindelijk is geslaagd de kidnappers (en hun familie!) dusdanig onder druk te zetten dat ze niet anders konden dan Alan loslaten. Wat hiervan de gevolgen - if any - voor Hamas zullen zijn. Zullen ze voortaan ook door de 'buitenwereld' meer serieus worden genomen, i.e. als een 'serieuze' organisatie worden beschouwd, in plaats van als een terreurgroep? En zoja, gaan ze dat waar kunnen maken? Zullen er nieuwe extremistische groepjes ontstaan, zoals dit 'islamleger' dat Alan had ontvoerd (en dat - begrijp ik - uiteindelijk uit één familie, één clan, zou hebben bestaan...)? Vragen, vragen...

En dan: hoe gaat Alan Johnston dit alles verwerken? En gaan we voortaan met z'n allen andere ontvoerde journalisten (en anderen) steunen zoals we hem hebben gesteund? Nog meer vragen...

vrijdag 4 mei 2007

Press Freedom and Freedom tout court


Yesterday - or rather, as it is past midnight, the day before yesterday, 3 May - it was World Press Freedom Day. We had a thought for the dozens of journalists killed since the beginning of 2007. 1889 have been killed since 1944 - and at last, a monument has been erected to their memory, in Bayeux, the first French town liberated in June 1944. Many have been killed in Irak, of course, but Mexico and the Philippines are also amongst the most dangerous countries for reporters. And what to say of Afghanistan, where Adjmal Nashqbandi was decapitated less than a month ago. He was not as lucky as Daniele Mastrogiacomo, his Italian colleague with whom Adjmal was kidnapped, to be supported by a big newspaper and a government ready to negotiate to save him.
And then you have all those journalists who die slowly, in prison, or held hostage by known or unknown kidnappers - like Alan Johnston, abducted in Gaza where he worked, and held since 12 March. His whereabouts are unknown - and though some say they have evidence he is still alive and well, there is nothing to show it. 35.000 people have signed a petition to save him and to ask for his immediate release.
And then there is U Win Tin, the most famous journalist in Burma, imprised without trial since 1989. He turned 77 in March, he is in ill health. Both Amnesty International and RSF launched actions to free him. There again, the only thing we can do is sign.

And in this country, today - or rather, yesterday, 4 March - we commemorated the death of WWII: those who fought, and those who were just victims. I went to a local ceremony, held at the spot where resistants were shot dead. A small choir sang, before and after the traditional two minutes' silence. The evening sun fell through the leaves, thick already. Birds sang. We sang our national hymn, the Wilhelmus. As always, I was moved - and happy to see that the younger generations were present too. Memories will be passed on.

As I rode away, afterwards, on my bike, seeing the flowers all around, the blossoming trees, a verse of Louis Aragon's (sung by Léo Ferré) lingered in my head: 'Toi qui va demeurer dans la beauté des choses...' I will probably always associate this beautiful poem (L'Affiche Rouge) with this particular day of 4 May...

Tomorrow - or today, 5 May - is our Liberation Day, commemorating the day the armistice was signed in the Netherlands, in 1945. As it follows so closely the Queen's Official Birthday, it is a bank holiday only once every 5 years. How mean...

donderdag 22 maart 2007

Charlie

Charlie Hebdo vrijgesproken - conform de eis van de officier van justitie. Het zou ook wel een gotspe geweest zijn als de rechter tot een andere uitspraak was gekomen.
Goeie ouwe Charlie Hebdo, het lijkt wel of we tientallen jaren in de tijd terug zijn gegaan. Wanneer was de laatste keer dat de hoofdredacteur voor de rechter moest komen? Jaren zeventig, waarschijnlijk - of nog eerder. Het laatste verbod dat ik me herinner was, na de dood van De Gaulle, voor de cover 'Bal Tragique à Colombey. Un mort.' Met een Lotharings kruis en een verwijzing, niet alleen naar de dood van de generaal, maar naar een recent 'bal tragique' in een dorp ergens in Noord-Frankrijk, een dorpsdiscotheek waar korte tijd daarvoor de fik in ging en waar een flink aantal doden vielen. Charlie heette toen trouwens nog geen Charlie, maar HaraKiri Hebdo.De cover was misschien niet van een zeer goede smaak - maar daarover valt zoals altijd te twisten - maar onmiskenbaar goed gevonden. Ik moet 'm nog ergens hebben. Maar - behalve in m'n geestesoog - waar? Ha! Ik zie dat-ie op e-bay te koop wordt aangeboden. 51€! Mijn hemel, de tijden zijn echt veranderd.

vrijdag 16 maart 2007

De terrorist

Khalid Sheikh Mohammed zou achter ik weet niet hoeveel aanslagen zitten. 9/11, de aanslag op het New Yorkse WTC-gebouw in 1993, de aanslag op een Balinese nachtclub, een hotel in Mombasa (Kenia), en de mislukte poging om met een bomschoen een vliegtuig neer te halen. Ook plande hij nooit uitgevoerde aanslagen, op het Panamakanaal, de paus en de Londense Big Ben. Zelfs zou hij verantwoordelijk zijn voor de onthoofding van de Amerikaanse journalist Daniel Pearl. Zie (onder andere) Trouw: Brein van 9/11 bekent schuld . Khalid Sheik Mohammed lijkt waarempel erger dan "Carlos", die in 1994 werd gearresteeerd en ook al een ongeloofwaardig hoeveelheid aanslagen op z'n geweten had. Waarom ook niet de moord op John F. Kennedy?!

ShareThis