Follow me on Twitter

zondag 5 juni 2011

Lang leve de speeltuin!



Het was dan wel niet burgemeester Eberhard van der Laan – op het laatste moment verhinderd – die op zaterdag 4 juni de aftrap gaf voor de feestelijkheden, maar toch niemand minder dan wethouder Carolien Gehrels. En ze kwam niet alleen, maar met haar zoon van vier. Hij maakte meteen dankbaar gebruik van zandbak, wip, schommel en wat de speeltuin nog meer te bieden had en nam even dankbaar het cadeau in ontvangst dat zijn moeder in ruil voor haar toespraak werd aangeboden: een emmertje met schep en zeef.

In het clubgebouw, opgevrolijkt met het werk van de tekenclub, verdrongen zich vooral ‘de kinderen van vroeger’, in de woorden van de voorzitter.

Wat er gevierd werd? De 90e verjaardag van de Buurt- en Speeltuin Vereniging Amsterdam-Zuid (BSV), beter bekend als de speeltuin aan de Gaaspstraat. Negentig jaar! Op 1 juni 1921 kwam tot stand waar een paar voormannen van de woningbouwvereniging – toen het nog een echte vereniging was, voor en door arbeiders, en geen corporatie – samen met hun kornuiten van de Zuidergasfabriek al zes jaar lang hun best voor deden: een stuk grond waar een hek omheen mocht en waar ze een speeltuin mochten neerzetten. Twee jaar later kon die speeltuin trouwens pas echt gebouwd worden; toen had de gemeente het terrein definitief toegewezen aan de ‘speeltuinvereeniging Zuid’.

Het bouwen van het eerste clubgebouw is een verhaal op zich. De speeltuinmensen hadden hun oog laten vallen op een bouwkeet, bij het woningbouwcomplex aan de Tweede van der Helststraat, toen nog in aanbouw. Ze mochten de keet hebben, als ze hem zelf maar verplaatsten. Zo gezegd, zo gedaan… maar zo simpel was dat niet. De keet moest uitgegraven worden en vervoerd. Een hels karwei, dat weken in beslag nam. En omdat de keet de brug over het Amstelkanaal niet over mocht van de gemeente (het was nog een noodbrug, tussen de Maasstraat en de Tweede van der Helststraat), werd het ding met schuiten van de ene oever naar de andere gebracht.

Gehrels noemde een paar wapenfeiten uit de roemruchte geschiedenis van de speeltuin. Ook herinnerde ze aan de duistere bladzijden, aan de bezettingstijd, waarin eerst de Joodse kinderen uit de tuin werden geweerd en vervolgens het hele terrein tot ‘Jodenmarkt’ werd verklaard. Alleen daar mochten Joden na 3 november 1941 nog kopen en verkopen. Heel wat mensen zijn daarvandaan ook rechtstreeks gedeporteerd. Niet voor niets is het Kindermonument van beeldhouwster Truus Menger juist daar geplaatst. Niet voor niets is dat monument elk jaar op 4 mei het vertrekpunt van de Stille Tocht naar het verzetsmonument bij de Rozenoordbrug.

Maar het verleden van de speeltuin is ook verweven met dat van de arbeidersbeweging en van het verzet. De staking van 25 februari 1941, tegen de maatregelen die de Amsterdamse Joden troffen en de eerste deportaties, legde de trams uit de remise Lekstraat stil – en de mensen die daarbij betrokken waren, hadden ook nauwe banden met de speeltuin. Later bleek diezelfde speeltuin ook een handige dekmantel voor allerlei verzetsactiviteiten. Zo werden de pamfletten van het verzet daar op de stencilmachines gedrukt en van daaruit ook verspreid.

Nog weer later, in 1955, waren het opnieuw vrijwilligers van de speeltuin die als GVB-ers een rol speelden bij de ‘wilde’ staking die toen het openbaar vervoer lamlegde om de looneisen kracht bij te zetten. Voor hen liep het niet goed af, al werden de eisen later toch ingewilligd en kregen de activisten van destijds drie decennia na dato alsnog eerherstel…

Intussen hadden ze de speeltuin weten uit te breiden met een vakantiehuis in het Gooi en wisten ze in de loop der jaren een voetbalelftal op te bouwen waar je ’u’ tegen zei. Meer dan eens werden de jongens uit de Rivierenbuurt kampioen straatvoetbal van Amsterdam – en zelfs van Nederland! Op de Dam werden de finales van die kampioenschappen uitgevochten, met als hoogtepunt de uitreiking van de trofee door Johan Cruyff.

Hele families waren, vanaf het begin, betrokken bij het wel en wee van de speeltuin. En verscheidene zijn dat nog, zoals de familie Neijssel, vanaf het verzet tot nu actief in de buurt, de derde generatie nu al – terwijl de vierde in de speeltuin speelt.

Ja, de speeltuin aan de Gaaspstraat is springlevend. Hiep hiep…

ShareThis