Follow me on Twitter

donderdag 31 december 2009

Goede voornemens






1. Geregeld (papieren) opruimen en kranten weggooien; niet meer de stapels zo laten groeien dat ik niets meer kan terugvinden;


2. Rekeningen op tijd versturen (en opletten of ze ook betaald worden); bonnen niet kwijtraken;

3a. Niet meer zoveel tijd verdoen met onzin-dingen (Twitter; allerlei fun-websites die er niet toe doen; online geklets; oude kranten lezen in plaats van ze in de kattenbak te doen); in short: no (at least less) procrastination;

3b. Zichtbaarder zijn op social media: LinkedIn, Twitter, Facebook, Hyves, Netlog, Plaxo... (in strijd met 3a - tja, 't is niet anders);

4. Vaker en vooral geregelder sporten;

5. Aan verjaardagen en zo proberen te denken; en er dan ook wat aan doen;

6. Mensen meteen terugbellen als ze mij gebeld hebben (en een boodschap hebben achtergelaten);


7. Geen geld over de balk smijten;

8. Efficiënter werken;

9. Nog beter op dieet letten;

10. Vaker naar een concert of een dansvoorstelling gaan (en soms naar toneel);

11. Elke dag muziek maken, zingen;

12. Elke dag iets doen waar ik bang voor ben ('Do one thing each day that scares you a day', staat er op mijn Lululemon tas; en Cisca Dresselhuys citeert graag Joke Smit: 'Emancipatie is steeds een stapje verder gaan dan je eigenlijk durft.'). Maar de straat op gaan als er vuurwerk afgeschoten wordt, dat hoeft niet.

13. Tot slot: nu eindelijk aan die cursus Arabisch beginnen...

14. Echt tot slot: niet zo zeuren over die goede voornemens, gewóón DOEN.

Grosso modo zijn 't ieder jaar dezelfde voornemens. 66 jaar en nog zo'n lijst... Zou er nog iets aan te verbeteren zijn?

Misschien zou het helpen als ik mijn voornemens in het Frans of het Engels opschreef. Dan zouden het automatisch 'résolutions', cq 'resolutions' worden: besluiten. Toch iets minder vrijblijvend dan zo'n voornemen... Change the "wish" list into the "I will" list (Lululemon again)...


vrijdag 11 december 2009

Trend 2010: Schrijf sexy en persoonlijk

Licht, transparant, goed gestructureerd, sexy en vooral persoonlijk: dat zijn zo’n beetje de trends voor de voorjaars- en zomermode van het komende jaar. Moeten we daaraan gehoorzamen? Niet per se. Maar het kan handig zijn te weten wat je te wachten staat – om erop vooruit te lopen, of om juist het tegenovergestelde te gaan doen.

Trends zijn al net zo waarneembaar in de journalistiek en ook die kunnen we wel of niet besluiten te volgen. Dat de sociale of nieuwe media in opkomst zijn, wisten we al. We raken bedreven in het schrijven van boodschappen van 140 tekens of dat nu gaat over een pr (persoonlijk record) hardlopen, een interessant discussiestuk, een bijzondere foto of een sinterklaassurprise… En we looien onze huid tegen 140-tekens-lange katten, want ook dat schijnt erbij te horen.

Maar er is meer in het leven dan Twitter (of Facebook, of LinkedIn, of de Villamedia Community). Zoals de, door goeroe Mark Kramer (zie Villamedia magazine nr. 5, 20.11.2009 ) gepromote narrative journalism of – in goed Nederlands – verhalende journalistiek. Denk aan Geert Mak in topvorm. Of, voor de oudjes onder ons, aan wat wij vroeger bij de Volkskrant ‘een mooi verhaal’ plachten te noemen – zo één voor ‘achter de advertentiepagina’s’, zoals wijlen directeur Jan Damen dat zo mooi vroeg aan de toenmalige eindredacteur van de zaterdagkrant, voorloper van Het Vervolg. Terug naar af, in zekere zin: terug naar het ambacht van de verteller. Jack London en Martha Gellhorn zijn beroemde voorbeelden, maar ook bij Het Vrije Volk, Het Parool of De Telegraaf zaten mensen die als geen ander een verhaal konden vertellen, toen dat nog mocht.

Welnu, het mag weer! Sterker, volgens Mark Kramer móet het zelfs… willen kranten überhaupt nog enkele lezers behouden. En wat ook weer mag, of moet – afhankelijk van de wijze waarop je met een trend om wilt gaan – is schrijven voor eigen parochie. Want hoe kleiner de ‘kerk’ die je bedient, hoe meer referentiekaders je deelt. Simpel.

Een andere goeroe, Mark Hunter, net als Mark Kramer een keynote speaker op het VVOJ-congres, eind november – gaat nog een stapje verder. De media die het (financieel gezien) goed doen, zegt hij, zijn de media die partij kiezen. Hunter, die sinds jaar en dag in Frankrijk woont, waar hij doceert aan de business school INSEAD in Fontainebleau, noemt onder andere Le Canard Enchaîné, blad voor onderzoeksjournalistiek (en satire!) dat het al ruim een eeuw uithoudt en nog winst maakt ook, zonder reclame! Hij noemt ook ‘gebonden’ media als die van Greenpeace – en je zou daar makkelijk consumentenprogramma’s als Radar, de Keuringsdienst van Waarde, Kassa aan toe kunnen voegen. Hunter: ‘Mensen willen tegenwoordig nog wel weten hoe dingen in elkaar zitten, maar vooral ook wat ze eraan kunnen doen.’

Opinie, oplossingen, dat is kennelijk wat ‘men’ wil. ‘Het is niet erg om partijdig te zijn, als je er maar eerlijk voor uitkomt’, aldus Hunter. ‘Zolang je maar integer bent.’

Waar heb ik dat eerder gehoord? Vroeger, bij de Vara, misschien? De ‘rode’ omroep wist precies waar ze stond, net als, destijds, de NCRV, de KRO en – ja, natuurlijk, de Vrijzinnig Protestantse Radio-Omroep. Zelfs de Avro had in de zuilentijd een eigen geluid. En gold dat niet ook voor de Volkskrant, toen de Katholieke Vakbond het er nog voor het zeggen had? Of voor Het Vrije Volk? Of – om nog verder in de tijd terug te gaan voor Het Volk van Pieter Jelles Troelstra? Ook Bruins Slot (Trouw) en Hendrik Algra (Friesch Dagblad) noemden zich politicus én journalist.

Niet dat we hun voorbeeld letterlijk moeten volgen, maar wat openlijker kleur bekennen, is misschien niet zo uit den boze als we jarenlang gedacht hebben. De oude Beuve-Méry, oprichter van Le Monde, zei het ook al: ‘Objectiviteit bestaat niet. Een objectief is een lens en mensen zijn geen lenzen. Wél kunnen we eerlijk zijn en aangeven waar we staan.’

Mark Hunter zegt, tientallen jaren later, eigenlijk precies hetzelfde. En als dat nou ook nog zou kunnen in de vorm van een mooi verhaal… Licht, transparant, goed gestructureerd, sexy en persoonlijk… Dan is er, alle sombere voorspellingen ten spijt, voor de journalistiek toch nog hoop. Ook voor de krantenjournalistiek.

Deze tekst verscheen eerder op Villamedia

ShareThis