Follow me on Twitter

zondag 8 juli 2007

Bieb



Na het vertrek van Laurentien begint het feest voor de echte mensen.

Rode ballonnen en wapperende baniers wijzen de weg, meisjes in OBA-uniformpjes delen plattegrondjes en programma’s uit als waren het snoepjes. Multiculti is het feest ook: het zwart van een hoofddoek gaat naadloos over in het zwart van het uniform. Aziz mag tevreden zijn: élégance kan zijn ontwerp niet worden ontzegd. Toch is niet elke bibliothecaris gelukkig bij de gedachte voortaan als een steward(ess) in haar/zijn bieb rond te lopen. Tranen zijn er al vergoten, hoorden we. Minstens één vrouw kreeg toestemming haar eigen kleren weer aan te trekken. En als één schaap over de dam is...

Maar op 7-7-7 overheerst de vreugde. Bij de ingang al zorgt een clownesk, jazzy trio voor een swingende ontvangst. Vol vuur blazen en tokkelen ze een wereldbreed repertoire de ruimte in. Maar de etages lokken. Licht, lucht en ruimte alom. Rooms with many views: Nemo, Binnen-IJ, Centraal Station, torens: van de St Niklaaskerk via Schreierstoren en Montelbaan tot de Rembrandt.

Fauteuils, kussens, ‘kamertjes’ nodigen uit tot loungen. ‘Sommige mensen snappen niet hoe deze bibliotheek werkt’, zegt een jongetje op niveau 1, waar een meneer een cd van Guy Béart zoekt – en zowaar vindt. Het jongetje legt uit: ‘Mijn mama heeft deze verdieping ontwerpt. En eigenlijk heeft ze wel het hele gebouw... gedaan.’ De trots straalt van hem af, hij wil het iedereen vertellen, al moet hij eigenlijk erg nodig plassen. En er staat een rij, want er is pas één wc klaar, op deze drukke openingsdag. Een minpunt. Maar elk nadeel hep z’n voordeel: zo kan het zoontje-van wél vaak z’n verhaal kwijt.

Op, op, omhoog gaan we weer. Overal is wel wat te doen: exposities, AT-5, panels... Maar wat wij zoeken is Open Podium. Poëzie! De ‘odes aan het ODE*’ – want zo luidde de opdracht – trekken publiek én dichters aan. Hier, onder de levensgrote 3 die de etage aangeeft, geen tv- of radio-opnamen, geen bé-enners – hoogstens bé-a’ers – maar toch vullen de naar ik schat zo’n honderd stoelen zich snel. Amsterdams Levend Kunstwerk Fabiola, in feestkledij (‘Ik moet ook nog naar het Westerpark!’), is de vedette van de dag. Maar ook Jack Terrible, die zich op zijn website (‘I have written four national anthems and a few poems’) presenteert als ‘painter – performer – poet – singer – songwriter – musican’, is – althans voor de getrouwen van Open Podium – een lokale beroemdheid.

Anke Labrie bijt het spits af. Ze voert ons mee door haar bieb-belevenissen, te beginnen met Arendsoog en meer van dit soort jeugd-ontdekkingen, waardoor ze ‘Jezus kon [...] laten schieten’. Presentator-duizendpoot Jos van Hest (van o.a. de School der Poëzie) laat deze vondst niet onopgemerkt, zoals hij in ieder voorgelezen gedicht iets opmerkelijks weet te vinden, een bijzondere ervaring, een vraag die onbeantwoord is gebleven, een woordspel, een rijm, een klank, een vorm, een bieb-bieb-bieb-bieb... Hij bewondert of verwondert zich, stelt vragen, over het hoe, wanneer, waarom ook wel. En soms laat hij iemand een strofe herlezen – om ons dubbel te laten genieten.

Wanneer Jeanne Wesselius haar ‘Narrenoptocht’ presenteert, begint de concurrentie van de jazzband die elders speelt, ernstige vormen aan te nemen. Er valt niet aan te ontkomen in deze open ruimte, alle inspanningen van gastvrouw Riet Lamers ten spijt... Dan maar een dansje! Zo maken Jos en Jeanne van de nood een deugd. Maar een dichter laat zich niet de mond snoeren, zelfs niet door een jazzband. En daar gaan de narren weer, de boeken, in soorten en maten, ‘op weg naar het eiland.’

Gedichten en dichters volgden elkaar op. Een mengeling van rijp en groen, met veel gedichten toch die ontroeren, amuseren, aan ’t denken zetten, kortom raken. Voor wel heel bijzondere performances zorgden twee vrouwen met (Joego?)Slavische namen – die ik helaas niet heb onthouden. De één liet haar voordracht voorafgaan en volgen door het indrukwekkende spel van een trompettist met een Griekse naam.

De ander (haar voornaam is Branca) gaf zelf, voordat ze haar gedicht voorlas, een swingend geïmproviseerde song ten beste; haar rauwe, rokerige, jazzy geluid overstemde zelfs dat van de – in deze context hinderlijke jazzband. Beider gedichten waren één brok emotie, vol metaforen, vol sound and fury – maar allesbehalve told by an idiot.

Fabiola sloot de rij met een gedicht over - hoe kan het anders - Cinderella. Ter plekke gecomponeerd. Het was een prachtmiddag.

*Oosterdokseiland, waar de nieuwe centrale bibliotheek van Amsterdam is gevestigd

ShareThis