Follow me on Twitter

maandag 19 oktober 2009

Henk

Henk
Het eerste beeld dat ik van Henk heb, is een foto, gemaakt in Nijmegen. Het is zo'n spikkelig, onduidelijk oorlogskiekje, waarop hij gehurkt achter mij zit en mij vasthoudt, want ik kan op dat moment waarschijnlijk nét lopen. Dat is voor mij het ultieme beeld van de Grote Broer, die je beschermt en tegelijk op de achtergrond blijft. En een Grote Broer is hij voor mij altijd gebleven - hij keek zelfs nog of m'n fietsbanden wel genoeg opgepompt waren - en pompte ze desnoods zelf nog op, zelfs toen hij daar voor mijn gevoel toch te zwak voor was. Maar die zwakte, die ellendige ziekte, daar knokte hij tegen met alles wat hij in zich had. Ik had daar heel veel bewondering voor. En later, vrij onlangs dus, toen hij besloot dat hij genoeg gevochten had – toen was dat weer met een mentale kracht waarvan ik dacht: petje af.

En het tweede beeld dat ik van hem heb, dat zijn de brieven die hij aan me schreef toen ik als kind van 6 langdurig in het ziekenhuis lag en hij in Indië was. In mijn herinnering kwam er iedere week zo'n brief. Dat is vast niet zo, ik kan me nauwelijks voorstellen dat een jongen van 20 elke week een brief schrijft aan zijn kleine zusje, maar dat geeft niet. Van die brieven kreeg ik een geweldige kick, in dat ellendige ziekenhuis. Hij schreef natuurlijk alleen over de leuke dingen, over een aapje waar hij mee speelde, bijvoorbeeld. Maanden later, toen ik allang weer uit 't ziekenhuis was maar Henk nog steeds in Indië 'diende', hoorde ik op de radio iets over Korea en de oorlog daar. Ik zei tegen mijn moeder: 'Wat fijn dat Henk in Indië is en niet in Korea...' Waarop m'n moeder een beetje zuinig keek en heel voorzichtig zei dat 't in Indië ook niet zo erg pais en vree was... Daar schrok ik erg van. Ik had geen idee! Henk had het ook wel heel goed voor me verstopt - nooit schreef hij een woord over iets dat ook maar in de verte met die politionele acties te maken kon hebben. Weer moest hij zijn kleine zusje beschermen.

Een jaar of vijf geleden was er weer eens zo'n markant Grote-Broermoment. Het was tijdens het EK in Lissabon, in 2004. Op mijn werk hadden collega's een voetbalpool georganiseerd. Ik weet niets van voetbal, het interesseert me ook geen lor en ik wilde dus niet meedoen. Maar de collegiale druk maakte dat er geen ontkomen aan was. 'Dan moeten jullie het zelf maar weten', zei ik. En ik schakelde Henk in. Hij vond het wel geestig om als een soort 'ghost-writer' voor zijn kleine zusje te opereren. En mijn succes in de voetbalpool was ongekend. We stegen en stegen en stegen en stegen - en bijna, op een haar na, hadden we de pool gewonnen, ware het niet dat we, net bij de finale, overtroffen werden. Maar mooi was het toch geweest.

Het derde is het beeld van HenkenJacques. Bijna als één woord. Een twee-eenheid waren mijn twee broers, onafscheidelijk - ook al zagen ze elkaar in latere jaren weinig. In hun idee waren ze nog steeds de broertjes van 'toen'. Elk jaar gingen ze samen naar Nijmegen, zolang ze nog konden. En wanneer ze elkaar zagen, waren ze voor even weer dat onafscheidelijke stel.

Voor hun (en mijn) oudere zussen waren de kleine broertjes 'de jongens' - en dat zijn ze ook altijd gebleven, al zaten Rie en Greet beiden heel ver weg.

Voor nog iemand in Canada waren ze The Boys. Dat was Roy Shakell, de Canadese soldaat die HenkenJacques in Nijmegen mee naar huis namen - de Canadezen waren gelegerd op de Goffert,tegenover ons huis. De vriendschap met Roy, en met zijn latere gezin, heeft altijd stand gehouden. Altijd vroeg Roy naar The Boys, als ik hem in Midland, zijn stadje in Ontario, ging opzoeken. De vriendschap strekte zich later zelfs uit tot een jongere generatie. En toen Roy stierf, zo'n anderhalf jaar geleden, stonden we alledrie (Henk, Jacques en Jacqueline) onder de overlijdensaankondiging als 'extended family'.

En nu zijn ook de Shakells verdrietig over het overlijden van Henk. En te bedenken dat die vriendschap, dwars over de Atlantische Oceaan en door twee generaties heen, in gang is gezet door twee jochies van 14 en 16, HenkenJacques.

Toevallig was Henk zelfs na zijn dood nog even de Grote Broer die weet wat ik niet weet. Ik had een discussie met mijn achternichtje Margot Linden over de vraag of de tweede voornaam van mijn vader nu Cornelis of Cornelus was. Ik wist zéker dat het CornelIS was, maar Margot had CornelUS op Facebook geschreven. Ze gaf zich bijna gewonnen, zo overtuigd was ik van mijn gelijk. Maar voor de zekerheid zei ze nog: 'Laat je broer Henk 't maar niet horen, hij heeft dat nog zo benadrukt, dat 't CornelUS was.'

Oei, dacht ik, dan kan ik 't beter checken... Dus 't trouwboekje van pa opgezocht - en jawel: CornelUs! Had ik 't 66 jaar fout geschreven... Of tenminste 60 - eerder zal ik niet hebben kunnen schrijven... 'Wat jammer - zei ik tegen Margot - dat ik dit Henk niet kan vertellen!' Waarop Margot: 'Ik denk dat ie 't wel meegekregen heeft, daar waar hij is, en dat-ie heel hard om zijn eigenwijze kleine zusje moet lachen...

ShareThis