Follow me on Twitter

vrijdag 30 september 2011

Hella Haasse overleden























Droevig nieuws! We verliezen niet alleen een groot schrijfster, maar ook een groot mens. Voor haar is het waarschijnlijk een verlossing geweest - ze was oud (93), ziek, ze miste haar Jan... Maar voor ons allen is haar verdwijnen een groot gemis. Gelukkig hebben we haar boeken nog!

Zie NRC: Hella Haasse op 93-jarige leeftijd overleden

woensdag 17 augustus 2011

Hoog, kijk omhoog...




De meest markante deelnemers waren, de één van koninklijken bloede en genaamd Tudor , de ander vernoemd naar een ster van wereldallure: Clooney. Tudor bracht de meeste tijd door in een draagband op de buik van z’n baasje, welwillend neerkijkend op het voetvolk onder hem. Clooney verleidde ons met zijn markante, bruine hondenogen en probeerde al snuffelend toch iets belangwekkends te ontdekken gedurende de wandeling. Daarnaast waren we met zo’n anderhalf dozijn tweevoeters die, op aanwijzing van aanvoerder Gijs Vorstman, vooral met hun neus in de lucht liepen.

Vorstman, voormalig beleidsmedewerker Welstand en Monumenten van het stadsdeel, kent deze buurt - Plan Zuid, in dit geval de Rivierenbuurt + de Amsterdamse Schoolbuurt aan gene zijde van het Amstelkanaal - als geen ander. Niet alleen weet hij ‘alles’ over de Berlage’s Plan Zuid en de (oorspronkelijke) architectuur van de buurt, ook kan hij uren vertellen over de renovaties, de problemen die zich daarbij voordeden, de successen en ook het falen, hier en daar. Zo werden, in het begin, raamkozijnen die niet meer voldeden, gewoon vervangen door kunststof exemplaren. Effectief, misschien (althans voor wie niet verder keek dan zijn neus lang was), maar foeilelijk. En, uiteindelijk, toch niet zó effectief: want een bouwwerk reageert op kunststof anders dan op hout. Tenslotte zijn, in samenwerking met de woningcorporaties (en dankzij forse subsidies) de meeste kozijnen dan ook weer teruggebracht in wat meer op hun oorspronkelijke staat lijkt – met wat technische foefjes om een betere isolering mogelijk te maken.

Zo, omhoogkijkend, vergelijkend, begonnen we, vanaf Café Diva’s in de Waalstraat, een wandeling die ons via Merwedeplein en Wolkenkrabber, Rijnstraat, Waverstraat en Vrijheidslaan, zou voeren naar het Meerhuizenplein, de Amstelkade en de Jozef Israëlskade, en de Amsterdamse-Schoolbuurt daarachter.

Zo leerden we hoe de balkons en het houtwerk van de Wolkenkrabber hun oorspronkelijke kleur hadden teruggekregen – dankzij een grondige analyse van de onderste laag verf, nadat de andere lagen er voorzichtig waren ‘afgekrabd’, om het oneerbiedig te zeggen. Zo bewonderden we de vele, vele sculpturen van Hildo Krop – van Berlage’s standbeeld aan de voet van de Wolkenkrabber tot de steigerende paarden op wat nu de Berlage scholengemeenschap is. Zóveel beelden liet Krop achter , dat een Amerikaanse beeldhouwer, op bezoek in Amsterdam, veronderstelde dat zijn Amsterdamse collega steenrijk moest zijn. Het kwam niet bij hem op dat Krop gewoon in dienst was van de gemeente…

Ook andere decoraties liet Vorstman zien: weinig bouwstijlen zijn daar zo rijk aan als de Amsterdamse school en aanverwante stijlen. Zelfs de toch op het oog zo strakke panden aan de Vrijheidslaan zitten in feite vol met hoek- en balkondecoraties, grappige erkertjes, krullerige daklijsten. Kijk omhoog en je ziet ‘t – vooral als Gijs Vorstman je erop wijst. In de Waverstraat staan tussen prachtig geconserveerde (of gerestaureerde) panden, ook enkele toonbeelden van wansmaak. Op de Amstelkade, aan weerszijden van de Vechtstraat, contrasteert een mooi art-deco pand met een verkrot exemplaar. Over de nieuwbouw aan het Meerhuizenplein, bedoeld om in de omringende Amsterdamse-Schoolbebouwing op te gaan, lopen de meningen uiteen. Vorstman vindt het resultaat geslaagd. Sommigen zijn het met hem eens anderen niet. Ga kijken!

De kleur – van het houtwerk, maar ook die van de gebruikte (bak-)steen speelt een belangrijke rol. En de manier waarop de muren gemetseld zijn. Het geel van de Berlage school, de steensmuur aan de Kromme-Mijdrechtstraat bij het Meerhuizenplein, het zijn allemaal tekenen des tijds.

De gebeeldhouwde kop van wethouder Wibaut, op de hoek van het prachtige Henriëtte Ronnerplein en de gelijknamige straat, is daar heel erg op zijn plaats. Nee, het is niet van Hildo Krop – het werd gemaakt in 1951 door Frits Sieger – in tegenstelling tot de beelden op het gebouw De Dageraad. Wibaut, eerste socialistische wethouder van Amsterdam, ging over Volkshuisvesting (‘Wie bouwt? Wibaut!’) en als zodanig had hij een actieve rol bij de aanleg van ook deze buurt. Het ene pareltje – het al genoemde gebouw De Dageraad, het Thérèse Schwartzeplein, de Burgemeester Tellegenstraat, de P.L. Takstraat – is hier aan het andere geregen, in het bijzonder door de architecten Piet Kramer en Michel de Klerk. Je kunt hier nog zo vaak komen, het blijft mooi en er blijft van alles te ontdekken – zoals het haantje op het dak in de P.L. Takstraat, naast de school. Ik beken dat ik het nooit eerder had gezien… terwijl het toch een symbool is van de dageraad (en dus van De Dageraad)…

Voorbij het witte Han van Zomerenbruggetje en het Amstelkanaal, is dit stukje Waalstraat een afgang. Helaas. Het gebouw dat in de jaren ’70 op de plaats van de Waalkerk is neergezet (en waarin een kinderdagverblijf is gevestigd) lijkt nergens op, de huizen zijn slecht onderhouden.

We gaan ons (en elkaar) troosten bij Diva’s. En denken al over een volgende wandeling, of een fietstocht misschien…

zondag 5 juni 2011

Lang leve de speeltuin!



Het was dan wel niet burgemeester Eberhard van der Laan – op het laatste moment verhinderd – die op zaterdag 4 juni de aftrap gaf voor de feestelijkheden, maar toch niemand minder dan wethouder Carolien Gehrels. En ze kwam niet alleen, maar met haar zoon van vier. Hij maakte meteen dankbaar gebruik van zandbak, wip, schommel en wat de speeltuin nog meer te bieden had en nam even dankbaar het cadeau in ontvangst dat zijn moeder in ruil voor haar toespraak werd aangeboden: een emmertje met schep en zeef.

In het clubgebouw, opgevrolijkt met het werk van de tekenclub, verdrongen zich vooral ‘de kinderen van vroeger’, in de woorden van de voorzitter.

Wat er gevierd werd? De 90e verjaardag van de Buurt- en Speeltuin Vereniging Amsterdam-Zuid (BSV), beter bekend als de speeltuin aan de Gaaspstraat. Negentig jaar! Op 1 juni 1921 kwam tot stand waar een paar voormannen van de woningbouwvereniging – toen het nog een echte vereniging was, voor en door arbeiders, en geen corporatie – samen met hun kornuiten van de Zuidergasfabriek al zes jaar lang hun best voor deden: een stuk grond waar een hek omheen mocht en waar ze een speeltuin mochten neerzetten. Twee jaar later kon die speeltuin trouwens pas echt gebouwd worden; toen had de gemeente het terrein definitief toegewezen aan de ‘speeltuinvereeniging Zuid’.

Het bouwen van het eerste clubgebouw is een verhaal op zich. De speeltuinmensen hadden hun oog laten vallen op een bouwkeet, bij het woningbouwcomplex aan de Tweede van der Helststraat, toen nog in aanbouw. Ze mochten de keet hebben, als ze hem zelf maar verplaatsten. Zo gezegd, zo gedaan… maar zo simpel was dat niet. De keet moest uitgegraven worden en vervoerd. Een hels karwei, dat weken in beslag nam. En omdat de keet de brug over het Amstelkanaal niet over mocht van de gemeente (het was nog een noodbrug, tussen de Maasstraat en de Tweede van der Helststraat), werd het ding met schuiten van de ene oever naar de andere gebracht.

Gehrels noemde een paar wapenfeiten uit de roemruchte geschiedenis van de speeltuin. Ook herinnerde ze aan de duistere bladzijden, aan de bezettingstijd, waarin eerst de Joodse kinderen uit de tuin werden geweerd en vervolgens het hele terrein tot ‘Jodenmarkt’ werd verklaard. Alleen daar mochten Joden na 3 november 1941 nog kopen en verkopen. Heel wat mensen zijn daarvandaan ook rechtstreeks gedeporteerd. Niet voor niets is het Kindermonument van beeldhouwster Truus Menger juist daar geplaatst. Niet voor niets is dat monument elk jaar op 4 mei het vertrekpunt van de Stille Tocht naar het verzetsmonument bij de Rozenoordbrug.

Maar het verleden van de speeltuin is ook verweven met dat van de arbeidersbeweging en van het verzet. De staking van 25 februari 1941, tegen de maatregelen die de Amsterdamse Joden troffen en de eerste deportaties, legde de trams uit de remise Lekstraat stil – en de mensen die daarbij betrokken waren, hadden ook nauwe banden met de speeltuin. Later bleek diezelfde speeltuin ook een handige dekmantel voor allerlei verzetsactiviteiten. Zo werden de pamfletten van het verzet daar op de stencilmachines gedrukt en van daaruit ook verspreid.

Nog weer later, in 1955, waren het opnieuw vrijwilligers van de speeltuin die als GVB-ers een rol speelden bij de ‘wilde’ staking die toen het openbaar vervoer lamlegde om de looneisen kracht bij te zetten. Voor hen liep het niet goed af, al werden de eisen later toch ingewilligd en kregen de activisten van destijds drie decennia na dato alsnog eerherstel…

Intussen hadden ze de speeltuin weten uit te breiden met een vakantiehuis in het Gooi en wisten ze in de loop der jaren een voetbalelftal op te bouwen waar je ’u’ tegen zei. Meer dan eens werden de jongens uit de Rivierenbuurt kampioen straatvoetbal van Amsterdam – en zelfs van Nederland! Op de Dam werden de finales van die kampioenschappen uitgevochten, met als hoogtepunt de uitreiking van de trofee door Johan Cruyff.

Hele families waren, vanaf het begin, betrokken bij het wel en wee van de speeltuin. En verscheidene zijn dat nog, zoals de familie Neijssel, vanaf het verzet tot nu actief in de buurt, de derde generatie nu al – terwijl de vierde in de speeltuin speelt.

Ja, de speeltuin aan de Gaaspstraat is springlevend. Hiep hiep…

dinsdag 10 mei 2011

Herdenken, steeds weer



Veel dingen zijn elke keer hetzelfde, met kleine variaties. Dat willen we ook als het om rituelen gaat, om tradities. De 4-mei herdenking is zo’n traditie. We wensen niet dat die ingrijpend verandert, en terecht. Toch zijn er kleine wijzigingen merkbaar. Of die permanent zijn, zal de tijd leren.
Zoals elk jaar vertrok de stille stoet naar Rozenoord van het Kindermonument bij de speeltuin aan de Gaaspstraat – die, tussen twee haakjes, in juni 90 jaar bestaat. Maar op de geschiedenis van de speeltuin komen we nog terug.

Vertrokken er dit jaar minder mensen vanaf het Kindermonument, of leek het maar zo? Zeker is, dat het busje, dat de minder validen vervoert, onmisbaarder wordt naarmate de jaren verstrijken. Mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt zijn er minder en minder – en ze zijn elk jaar ouder en slechter ter been. Wel komen er, zo te zien, geregeld meer kinderen bij. En dat is goed: nieuwe generaties nemen het over, en zij geven op hun beurt de fakkel door. Opmerkelijk serieus volgen die kleintjes de ceremonie; sommigen leggen zelf een krans of bloemen neer, anderen kijken en luisteren alleen, maar vol aandacht. Ze wekken de indruk dat ze heel goed weten waar het over gaat.

Maar laten we niet vooruit lopen op de gebeurtenissen. De stille stoet, daar waren we gebleven – en die lijkt onderweg wel aan te zwellen. In ieder geval loopt het plantsoentje rond het monument weer helemaal vol, met mensen van alle generaties. We zien bekenden terug, of onbekenden die we elk jaar hier tegenkomen. Zo is dit ook een ontmoetingsplaats.

Gastspreker Lex Kater vertelt een interessant verhaal: brieven van zijn familie werden na zestig jaar teruggevonden in Drenthe. Bij die correspondentie zat de laatste brief die Katers oom schreef vanuit Auschwitz, waar hij vermoord werd. Hij was de enige uit de familie die niet had kunnen onderduiken, de enige die de oorlog niet overleefde. De vondst leidde ertoe dat Kater zijn familiegeschiedenis ging uitpluizen. En dat leidde weer tot een expositie en een boekje – en een televisie-uitzending.

The Last Post weerklonk- en het was stil, op de merels na, en de hinderlijke auto’s, die ook tijdens het stiltemoment bleven doordenderen over de snelweg.

De kranslegging onderstreepte het moment van bezinning. We dachten aan de verzetsmensen die hier gefusilleerd werden, aan Cesar Willem Ittmann en zijn medestrijders, we dachten aan al diegenen die hun leven gaven om ons te bevrijden, aan al diegenen ook wier leven hun simpelweg werd afgenomen.

Luttele minuten later hervatte het leven zijn gewone gang. We gingen ons weegs, terug naar de speeltuin, terug naar huis, te voet, op de fiets of met het busje. We zeiden net niet: ‘Tot volgend jaar!’ Maar we dachten het.

donderdag 31 maart 2011

Cats on a Cold Tin Roof



This was yesterday. What took place today was much more violent, even more noisy, it happened too fast to take any photos, and much closer: on my balcony, invaded by neighbour Fax - who didn't stay long, though. Cat hair everywhere, reddish, white - and black. Fax chose the wisest option. In one big bond, he was downstairs and safe again. And he only wanted to make friends... :-(

zondag 6 maart 2011

Joeps feestje: Doodzonde...


De hoofdredacteur van Het Parool schitterde door afwezigheid. Haar evenknie van De Groene was er trouwens ook niet, en dat was misschien opmerkelijker. Want Joep Bertrams' cartoons 'verhuizen' van Het Parool naar De Groene. Nadat de krant ze 23 jaar dagelijks heeft gepubliceerd. Het is zelfs al dertig jaar geleden dat Joep bij Het Parool begon. Maar nu stapt hij op. Noodgedwongen. Omdat Barbara van Beukering, hoofdredacteur van Het Parool, de tijd rijp vond voor 'iets anders'.

Eerst verdween de rubriek van Frenk der Nederlanden - die trouwens ook op Joeps feestje was. Frenk verhuisde zelf naar de sportredactie - noodgedwongen. Je moet toch iets. Toen was het Joeps beurt. Na veel, heel veel protesten kreeg hij uitstel van executie. Maar geen afstel. Albert de Lange, oud-adjunct en nu weer verslaggever van Het Parool, zei het aldus:
Een merkwaardige Nederlandse wijsheid, tevens dooddoener, luidt dat over smaak niet valt te twisten, terwijl dit naar mijn gevoel eigenlijk onophoudelijk gebeurt. Het misverstand schuilt er vermoedelijk in dat al twistend het onderscheid vervaagt tussen wat ik noem de juiste smaak en de goede smaak. Dat zijn twee heel verschillende dingen: de juiste smaak zoekt aansluiting bij een al dan niet veronderstelde tijdgeest, terwijl de goede smaak verhevener is en elk geval meer souverein.
En een hoofdredacteur, dames en heren, maakt qualitate qua exclusief aanspraak op de juiste smaak – it comes with the job.
En hij voegde eraan toe:
Maar hoofdredacteuren komen in soorten.
Je hebt hoofdredacteuren die op zeker moment behoefte hebben aan politieke bijstelling, maar dat kan hier onmogelijk aan de orde zijn geweest – temeer daar Joep er niet voor in aanmerking komt. Zijn tekeningen leggen grafisch briljant de vinger op de zere plek of vormen een geestige samenballing van ongerijmdheden en zijn in die zin eerder cartoonesk dan politiek geladen. Ze laten eerder zien hoe het is, dan hoe het zou moeten zijn.
Dan heb je hoofdredacteuren die dringend geld moeten vinden op hun begroting, en dat hakwerk verpakken als een visionaire beleidsdaad. Ik verwees er al even naar: ook dat kan hier onmogelijk aan de orde zijn geweest. Als er 250 abonnee’s afhaken is die winst geheel verdampt.
En dan is er ten slotte een categorie hoofdredacteuren die – en nu wordt het zaak om zo zorgvuldig mogelijk te formuleren – hoofdredacteuren die een verfrissings-agenda voeren, vanuit de vrij gangbare gedachte dat het deugt als het hip is.
Ik heb daar zelf enige ervaring mee, en ik kan u zeggen: het moment dat je ineens als old skool wordt aangemerkt – je ziet het niet aankomen. Het is natuurlijk ook niet waar, zoals de gretigheid van De Groene Amsterdammer in dit geval terecht laat zien, maar over een exclusieve aanspraak op de juiste smaak valt nou eenmaal niet te twisten – een geheven hoofd is het enige juiste antwoord.
Algemeen gegniffel, zelfs geschater was de reactie van de (propvolle) zaal. Oude vrienden, oude collega's kwamen Joep steunen en meer dan dat: hun bewondering uitspreken. Mede-cartoonisten als Peter van Straaten, Waldemar Post, Stefan Verwey, Trik; vroegere en huidige 'Parolio's'; en gewoon, heel veel vrienden, familie en kennissen. Kortom, het was druk in galerie Metis, bijna onvindbaar op het stukje Lijnbaansgracht tussen Vijzelgracht en Reguliersgracht. Joeps productie van de afgelopen 23 jaar hing aan de muren - van de sobere zwart-wit tekeningen uit de eerste periode tot de uitbundiger prenten in kleur van nu. Zondag 6 maart zijn ze nog te zien.

Gelukkig betekent dit niet het einde van een carrière. Joep gaat gewoon door. Op 9 maart verschijnt zijn eerste tekening in De Groene, die klaar stond om hem 'binnen te halen'. Graag! Een eer vinden ze het daar, om Joep Bertrams tot hun équipe te mogen rekenen.

Maar intussen is hij ook nog jarig. Maandag 7 maart is hij - tja, hoe oud hij precies is geworden, weet ik niet (meer), maar zijn verjaardag was de aanleiding voor zijn vertrek, zijn 'ontslag', zoals hij het zelf, terecht, formuleerde. En, dus, zijn nieuwe start. Joep, proficiat! En nog vele gelukkige, actieve jaren!

Zie de website van Joep Bertrams

ShareThis