Follow me on Twitter

dinsdag 19 mei 2009

Waar begint de sensatie?


Over één ding waren de debaters het eens: dat ze het niet eens werden over de grens tussen ‘sensatiezucht’ en ‘journalistieke plicht om te informeren’. Het debat, op maandag 18 mei in het Parool Theater, speelde zich minder af tussen de panelleden Thom Meens (ombudsman van de Volkskrant) en Natalie Mathot (lid van de Raad voor de Journalistiek en redactiechef van Gooi- en Eembode dan tussen het panel en de zaal. Vooral Roderik Oranje van Het Parool was het op belangrijke punten oneens met Thom Meens – en met een Paroollezeres, die protesteerde tegen een foto waarop één van de slachtoffers in Apeldoorn volgens haar te herkenbaar te zien was.

Waar houdt de plicht om zo volledig mogelijk te informeren op, waar begint de schending van privacy, wanneer overschrijd je de grens? Thom Meens en Natalie Mathot waren het redelijk eens in dat opzicht en vooral Meens toonde zich erg streng, ook wat betreft het vermelden van namen dan wel initialen of beschrijvingen. Hij ging zelfs zo ver, dat hij wees op de inconsistentie van Nederlandse media om buitenlandse verdachten (of slachtoffers), die in hun eigen land inderdaad met naam en toenaam worden aangeduid, dan ook maar met de volle naam te noemen. Terwijl hier te lande toch de afspraak geldt ze slechts met initialen aan te duiden. Gelukkig vond zelfs Meens het wat ver gaan om een societyfiguur als Bernard Madoff aan te duiden als Bernard M. En ook met verdachten die zelf de publiciteit zoeken – zoals Holleeder – mogen we van Meens anders omgaan.

In het algemeen is echter terughoudendheid geboden, zei de Volkskrant-ombudsman. En waar een redacteur – zoals Roderik Oranje – zich afvraagt: ‘ Wie zou je met zo’n foto / met zo’n verhaal schaden?’ moet volgens Meens – gesteund door Mathot – de vraag zijn: ‘Wat voegt dit toe?’ Waarbij overigens het argument van de tijdsdruk nooit een rol mag spelen. Voorbeelden te over: de foto van slachtoffers van Kars T., inderdaad, van hemzelf met bloedend hoofd (erger: de foto van een naamgenoot die het AD ten onrechte plaatste als een foto van Kars zelf), van de op Bonaire vermoorde Marlies van der K(ouwe), van (slachtoffers van) de Schipholramp, van ‘Madrid’ (al dan niet met weggephotoshopte ledematen). Als grensgeval noemde Meens nog de bekende en door de Volkskrant paginagroot geplaatste foto van mensen die uit het WTC naar beneden vielen – al vond hij zelf dat de foto net kon, én omdat de slachtoffers niet herkenbaar zijn, én omdat dat ene beeld de situatie in één beeld samenvat en bovendien op het netvlies blijft hangen.

Een jonge man in de zaal noemde een foto van de markt in Sarajevo, waar in februari 1994 68 mensen gedood en tweehonderd gewond werden. ‘Ik was nog een kind; de foto schokte me diep en is me altijd bijgebleven. Moest die foto zo prominent geplaatst worden?’ Dat leidde tot weer nieuwe voorbeelden, van foto’s uit de Vietnamoorlog (het door napalm getroffen meisje; de man die een pistool tegen het hoofd gedrukt krijgt) en zelfs uit de Spaanse burgeroorlog (de ‘vallende soldaat’ van Capa), die tot iconen geworden zijn en – zeker wat Vietnam betreft – ertoe bijdroegen dat de publieke opinie zich wereldwijd tégen de oorlog keerde. ‘Er zullen altijd foto’s zijn’, zei Roderik Oranje, ‘of het nu gaat om Vietnam, de machetes in Rwanda of de aanslagen op het WTC, die gruwelijk zijn, maar in één klap weergeven wat daar aan de hand is.’

En op dat ene punt leek iedereen het min of meer eens.

Zie ook www.dejournalist.nl Op 22 juni is er in het Parool Theater weer een door De Journalist en Het Parool georganiseerd debat : over gratis kranten, met o.a. Bart Brouwers, hoofdredacteur van Sp!ts. Binnenkort meer nieuws op dejournalist.nl/agenda en parool.nl

Geen opmerkingen:

ShareThis